OP AFSTAND MAAR TOCH VERBONDEN

Publicatie

Klik hier voor het onderzoek

De uitvoering van beleid, zowel op landelijk als lokaal niveau, gebeurt tegenwoordig overwegend door organisaties die niet, of niet meer, onderdeel zijn van de overheid. Van de A van afval tot de Z van zorg; allerlei taken worden op afstand van de overheid uitgevoerd. Er zijn verschillende soorten organisaties. Zo vinden we op lokaal niveau tal van stichtingen, bijvoorbeeld op het gebied van cultuur en onderwijs, maar ook vennootschappen (BV’s en NV’s) voor bijvoorbeeld openbaar vervoer of groenonderhoud, of werken gemeenten samen in publiekrechtelijke organisaties op grond van de wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Deze vormen van organisaties worden tezamen aangeduid als verbonden partijen. Daarnaast besteedt de gemeente ook veel taken uit aan private organisaties en bedrijven, of verstrekt subsidies aan organisaties die publieke taken uitvoeren. Tot slot kent de gemeente veel samenwerkingspartners, zoals bijvoorbeeld tegenwoordig de zorgpartners voor de uitvoering van WMO en jeugdzorg.

De gemeente Rotterdam heeft een redelijk unieke portefeuille verbonden partijen, vergeleken met andere gemeenten. De overgrote meerderheid (75%) van de verbonden partijen kent een privaatrechtelijke vorm (stichtingen, deelnemingen), terwijl bij de meeste andere grote gemeenten de verhouding publiekrechtelijk-privaatrechtelijk in balans is of meer neigt naar de publiekrechtelijke vorm van de Gemeenschappelijke regeling (de Kruijf, 2019). Anders dan bij andere (middelgrote en kleine) gemeenten waar schaalkwesties en kwetsbaarheid van organisaties in termen van bezetting een rol spelen bij het oprichten van verbonden partijen (Boogers & Reussing, 2019), speelt dat voor de (grote) gemeente Rotterdam in veel mindere mate. Dat wil niet zeggen dat de gemeente Rotterdam geen samenwerking met anderen hoeft te zoeken, maar voor veel uitvoeringstaken komt de behoefte tot samenwerking om andere redenen dan schaalkwesties voor de gemeentelijke organisatie tot stand. Tenslotte valt op dat er vijf verbonden partijen te kwalificeren zijn als varianten op revolverende fondsen en zes verbonden partijen eigendomsposities rondom infrastructuur hebben – onderwerpen die daarom ook aandacht zullen krijgen in dit essay.